BASISBEGINSELEN FOTOGRAFIE
Pannen met je camera voor beginnende fotografen
Ontdek hoe je pannen kunt gebruiken voor betere actiefoto's met deze toptips.
SLUITERTIJD
Het wijzigen van de sluitertijd op je camera is een manier om de algehele belichting van een foto aan te passen. Een aangepaste sluitertijd is ook handig bij creatief fotowerk. Je kunt hiermee namelijk de mate van vervaging in je foto's beïnvloeden en bepalen.
Hier volgen vijf tips waardoor je vat krijgt op de sluitertijd en meer controle krijgt over je actiefotografie: of je nu fotografeert op een sportdag van je school met een EOS M-camera of juist motorsport fotografeert met een EOS DSLR.
De meeste EOS-camera's hebben een speciale scènestand voor 'Sport'. Hierdoor worden de juiste instellingen voor belichting en scherpstelling automatisch toegepast voor het fotograferen van bewegende onderwerpen. Dit levert geweldige resultaten op, maar voor creatiever werk moet je zelf de controle nemen. Stel dat je een bepaald effect wilt creëren of je wil aanpassen aan specifieke omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer je op afstand vanuit de hand een snel bewegend onderwerp wilt vastleggen.
Als je de sluitertijd zelf wil instellen, zet je de camera op Sluitertijdvoorkeuze (of Tv, dat staat voor Tijdwaarde). Je kunt de sluitertijd vervolgens handmatig instellen door aan het hoofdinstelwiel te draaien of door het touchscreen te gebruiken dat beschikbaar is op veel EOS-camera's, waaronder op de Canon EOS M6 Mark II en de Canon EOS 90D. Je camera past het diafragma automatisch aan voor een standaardbelichting. De snelste sluitertijd op een EOS-camera is 1/4000 seconden of 1/8000 seconden en de langste automatisch ingestelde sluitertijd is 30 seconden.
Er zijn twee dingen waar je aan moet denken wanneer je de sluitertijd kiest. Als je opnamen maakt vanuit de hand, moet je bedenken of de sluitertijd snel genoeg is om onscherpte door beweging van de camera te voorkomen. Dit wordt ook wel 'cameratrilling' genoemd. Vervolgens moet je kijken hoe snel het vast te leggen onderwerp beweegt.
De sluitertijd die je nodig hebt om cameratrilling te voorkomen, hangt af van verschillende factoren, waaronder of je een lens met ingebouwde IS (Image Stabilizer) gebruikt en hoeveel wind er staat. De brandpuntsafstand van de lens is echter de belangrijkste factor. Hoe meer je inzoomt, hoe duidelijker elke trilling zichtbaar wordt in je opname.
Een algemene regel om dit te voorkomen is het gebruik van een sluitertijd die gelijk is aan de effectieve brandpuntsafstand of sneller. Gebruik dus bij een 50mm-lens 1/50 seconden of sneller en bij een 200mm-lens 1/200 seconden of sneller. Je moet ook de snelheid van het onderwerp in de gaten houden. Lees verder voor de volgende tip!
De benodigde sluitertijd om een bewegend onderwerp vast te leggen, is afhankelijk van de afstand tussen het onderwerp en de camera, de richting waarin het onderwerp beweegt en zijn snelheid. Meestal heb je een snellere sluitertijd nodig dan je denkt. Gebruik een sluitertijd van 1/250 seconden als je een langzaam bewegend onderwerp wilt bevriezen op de opname, zoals een wandelend persoon. Waarschijnlijk is er een sluitertijd van tussen de 1/500 tot 1/1000 seconden nodig om een rennend onderwerp te bevriezen op de opname. Je moet een sluitertijd van zeker 1/1000 of zelfs 1/4000 seconden gebruiken voor scherpe opnamen van snellere onderwerpen, zoals vliegende vogels en voorbijrazende auto's.
Vergelijk deze opnamen van een bewegende motor. Je kunt zien dat de motor en de motorrijder onscherp zijn bij een sluitertijd van 1/200 seconden. Daardoor wekt de foto echt de indruk dat er beweging plaatsvindt, zonder dat je alle details vastlegt. Een sluitertijd van 1/1000 seconden zorgt echter voor scherpe details en bevroren actie.
Gebruik hoge ISO-waarden zodat je snellere sluitertijden kunt gebruiken, vooral voor sport- en wildlifefotografie.
Het nadeel van het bevriezen van de actie kan zijn dat de actie er niet meer zo actief uitziet. Foto's van bewegende onderwerpen zien er vaak dynamischer uit als het onderwerp scherp is, maar de achtergrond onscherp is. Voor dit effect moet je ervoor zorgen dat de sluitertijd lang genoeg is om een bepaalde onscherpte te bereiken. Beweeg de camera vervolgens mee met het onderwerp, op dezelfde snelheid als het onderwerp beweegt. Dit wordt pannen genoemd.
De sluitertijd die je nodig hebt, is afhankelijk van de snelheid waarmee het onderwerp beweegt en de mate van onscherpte die je op de opname wil zien. Stel de AF-modus in op AI Servo of Servo om de kans op scherpe foto's te vergroten. Hierdoor past de camera zich voortdurend aan om het bewegende onderwerp scherp te houden. Een lens met ingebouwde Optical Image Stabilizer compenseert alle verticale trillingen tijdens het horizontaal heen en weer pannen van de camera. Als je lens is voorzien van een IS-modusschakelaar, stel je deze in op positie 2 voor panningopnamen. Door deze instelling worden verticale bewegingen gestabiliseerd, maar kun je wel onscherpte creëren met de horizontale bewegingen.
Je kunt een relatief lange sluitertijd - van langer dan een seconde - gebruiken als je opzettelijk een foto wilt vervagen. Om te voorkomen dat de opname te lang wordt belicht, moet je echter een kleinere diafragma-instelling (hoger f-getal, bijvoorbeeld f/16 of f/22), lagere ISO-waarden of een ND-filter gebruiken. Zo beperk je de hoeveelheid licht die de camera binnenkomt. Je kunt nu de camera bewegen tijdens de belichting, waardoor de hele foto onscherp wordt, of een statief gebruiken om de camera stil te houden, zodat alleen de bewegende delen op de opname onscherp worden. Gebruik de laatste techniek om golven en stromend water in een landschap er zachter uit te laten zien of om bewegende voertuigen en groepen mensen in een stad te vervagen.
Gebruik de Bulb-modus bij belichtingen van langer dan 30 seconden. Blader door de sluitertijden om de Bulb-modus weer te geven. Op sommige Canon-camera's vind je de modus via de 'B'-instelling op het programmakeuzewiel en op andere camera's via 'M' (de handmatige modus). Het indrukken van de ontspanknop kan zorgen voor schokken en dus voor beweging. Daarom kan het handig zijn om een (wireless) afstandsbediening te gebruiken. Een andere optie is het gebruik van de Canon Camera Connect-app, waarmee je de camera op afstand te bedient vanaf je smartphone.
Geschreven door Marcus Hawkins
Get Inspired is je belangrijkste bron van nuttige fotografietips, koopgidsen en interessante interviews - alles wat je nodig hebt om de beste camera of de beste printer te vinden, en breng je volgende creatieve idee tot leven.
Terug naar alle tips en techniekenBASISBEGINSELEN FOTOGRAFIE
Ontdek hoe je pannen kunt gebruiken voor betere actiefoto's met deze toptips.
SPORTFOTOGRAFIE
Tips voor het maken van fantastische actiefoto's met je Canon-camera.
BEWEGING FOTOGRAFEREN
Ontdek hoe je beweging kunt vastleggen en je foto's een gevoel van actie kunt geven.