Raadpleeg hieronder de compatibiliteitslijst om te zien of de app compatibel is met jouw camera.**
Nee, niet alle functies zijn beschikbaar op alle modellen. Raadpleeg hieronder de compatibiliteitslijst om te zien welke functies beschikbaar zijn voor jouw camera
1. Schakel je camera in en selecteer de menuknop.
2. Klik op Instellingen en selecteer Wi-Fi.
3. Druk op Inschakelen. Als je wordt gevraagd om een bijnaam in te stellen, doe dit dan en sla de volgende twee stappen over.
4. Ga terug naar het menu
5. Selecteer Wi-Fi functie en stel een bijnaam voor de camera in
6. Ga terug naar het menu en selecteer de Wi-Fi functie
7. Selecteer het pictogram Verbinden met smartphone
8. Selecteer Camera access point modus
9. Selecteer Eenvoudige verbinding
10. Ga op je apparaat naar Instellingen, selecteer Wi-Fi en selecteer vervolgens de netwerknaam die op je camera wordt getoond.
11. Ga op je smartphone naar Instellingen, selecteer Wi-Fi en selecteer vervolgens de netwerknaam die op je camera wordt getoond.
12. Zodra je ziet dat je apparaat verbinding heeft gemaakt met het netwerk van de camera, kun je de Camera Connect-app openen.
13. Op de camera wordt een bevestiging weergegeven dat er een verbinding met je apparaat is gemaakt. Als je wordt gevraagd om het te verbinden apparaat te controleren, druk je op OK en sla je de configuratie op in SET1. Je kunt de app nu gebruiken.
14. Je hoeft dit verificatieproces maar eenmaal te doorlopen. De volgende keer dat je de Wi-Fi-functie selecteert, kun je dezelfde configuratie-instellingen gebruiken die je bij het eerste installatieproces hebt opgeslagen en je camera met je smartphone verbinden volgens de stappen 11 en 12.
1. Schakel je camera in.
2. Druk op de knop met het pictogram van een mobiele telefoon op je camera. Als je camera deze knop niet heeft, druk je in de afspeelmodus op het Wi-Fi-pictogram.
3. Nadat je een bijnaam hebt ingesteld, selecteer je de afbeelding van de mobiele telefoon die op het scherm wordt weergegeven. De camera maakt een Wi-Fi-netwerk waarmee je apparaat verbinding kan maken.
4. Ga op je apparaat naar Instellingen, selecteer Wi-Fi en selecteer vervolgens de netwerknaam die op je camera wordt weergegeven.
5. Zodra je ziet dat je apparaat verbinding heeft gemaakt met het netwerk van de camera, kun je de Camera Connect-app openen.
6. Op de camera wordt een bevestiging weergegeven dat er een verbinding met je apparaat is gemaakt.
7. Je kunt de app nu gebruiken.
8. Je hoeft dit proces maar eenmaal te doorlopen. De volgende keer dat je op de knop met het pictogram van een mobiele telefoon drukt, kun je direct doorgaan met stap 4. Je kunt ook in de afspeelmodus op het Wi-Fi-pictogram drukken om het menu voor verbindingsgeschiedenis te openen. Hier kun je de netwerknaam selecteren die op je camera wordt getoond.
1. Verbind je apparaat met je camera zodat je de Camera Connect-app kunt openen.
2. Tik in de app op de functie Afbeeldingen op camera. Vervolgens worden alle afbeeldingen die momenteel zijn opgeslagen op de camera, in de app weergegeven.
3. Tik onder in het scherm van de app op het downloadpictogram en selecteer de afbeeldingen die je van je camera naar je apparaat wilt opslaan.
4. Om afzonderlijke afbeeldingen op te slaan, tik je alleen op de gewenste afbeelding. Wanneer deze afbeelding het gehele scherm beslaat, tik je onder de afbeelding op het dowloadpictogram.
5. Om meerdere afbeeldingen op te slaan, klik je onder in het scherm op het pijlpictogram en selecteer je de afbeeldingen die je wilt opslaan.
Als GPS-gegevens op je smartphone zijn ingeschakeld, kun je met GPS via Mobile je foto's taggen met specifieke informatie, zoals de tijd en locatie van de gemaakte foto. Of je je foto's nu archiveert of uploadt naar Flickr, je kunt de foto's die je hebt gemaakt op een bepaalde plek altijd terugvinden. GPS via Mobile is beschikbaar voor PowerShot- en IXUS-camera's.
GPS via Mobile is compatibel met PowerShot- en IXUS-camera's.
1. Controleer of de tijd op je camera en apparaat juist is ingesteld. Dit is nodig om je GPS-gegevens te kunnen synchroniseren.
2. Open de Camera Connect-app en selecteer Locatiegegevens.
3. Selecteer Registratie starten.
4. Maak vervolgens foto's met je apparaat.
5. Als je een foto hebt gemaakt, verbind je je camera met je apparaat.
6. De Camera Connect-app detecteert automatisch dat de registratie is gestart en vraagt of je de beschikbare gegevens wilt synchroniseren.
7. Selecteer in het hoofdscherm van je apparaat Locatiegegevens.
8. Selecteer Locatiegegevens verzenden en druk op OK.
9. Om de GPS-gegevens weer te geven, selecteer je de foto op je camera en klik je op DISP. Hiermee worden de coördinaten van de locatie van de gemaakte foto weergegeven.
10. Om GPS-gegevens uit te schakelen, selecteer je op je apparaat in het hoofdscherm van de app Locatiegegevens en klik je op Registratie stoppen.
Om de camera-instellingen te wijzigen, moet je compactcamera zich in een van de handmatige modi (M, Av of Tv) bevinden.
1. Je camera verbinden met de Camera Connect-app.
2. Klik op Op afstand fotograferen.
3. In de rechterbenedenhoek van het apparaat wordt een knop weergegeven. Als je hierop tikt, worden verschillende instellingen weergegeven, zoals Sluitertijd, Diafragma, ISO, Continue opname en Zelfontspanner.
4. Selecteer de instelling die je wilt wijzigen en scrol naar links of rechts om deze aan te passen.
1. Ga op je apparaat naar de Wi-Fi-instellingen en klik op het netwerk waarnaar je apparaat overschakelt.
2. Selecteer Netwerk vergeten.
3. Selecteer de netwerknaam die op je camera wordt weergegeven.
De Camera Connect-app is gratis te downloaden op je apparaat. Ga naar de App Store of Google Play en zoek op 'Canon Camera Connect'.
De verbinding van je smartphone met de oude CameraWindow-app is op je camera opgeslagen in de verbindingsgeschiedenislijst. Deze kan niet opnieuw worden gebruikt omdat de verbinding alleen compatibel is met de oude app op je smartphone.
Als je de Mobile Device Connect Button (Knop voor het verbinden met mobiele apparaten) gebruikt om verbinding te maken met je smartphone:
1. Druk op Menu en zoek het tabblad Instellingen (tabblad met het pictogram van een sleutel en hamer).
2. Selecteer de optie Knop voor het verbinden met mobiele apparaten.
3. Verwijder de Geregistreerde bestemming (je smartphone of tablet).
4. Als deze bestemming is verwijderd, druk je nogmaals op de Knop voor het verbinden met mobiele apparaten en voltooi je de verbinding met je smartphone of tablet (vergeet niet de nieuwe Camera Connect-app op je smartphone of tablet te openen).
5. De knop voor het verbinden met mobiele apparaten onthoudt hierna deze verbinding met de nieuwe Camera Connect-app en je kunt deze knop zoals voorheen gebruiken. Je kunt ook de oude CameraWindow-app verwijderen om verwarring te voorkomen.
Als je de Mobile Device Connect Button (Knop voor het verbinden met mobiele apparaten) niet gebruikt of je camera die knop niet heeft:
1. Druk op Afspelen en selecteer vervolgens de knop met het Wi-Fi-pictogram.
2. Maak een nieuwe verbinding door het smartphonepictogram op het scherm te selecteren in plaats van een eerdere verbinding in de verbindingsgeschiedenislijst te selecteren.
3. Voltooi de verbinding met je smartphone of tablet (vergeet niet de nieuwe Camera Connect-app op je smartphone of tablet te openen).
4. De camera onthoudt hierna de verbinding met de nieuwe Camera Connect-app en deze wordt als nieuw item in de geschiedenislijst weergegeven. Je kunt ook de oude CameraWindow-app verwijderen om verwarring te voorkomen.
Om NFC te gebruiken, moet je een NFC-compatibele Android-smartphone (OS 4.0 of hoger) hebben. Schakel NFC op je smartphone in en houd deze vervolgens tegen het logo 'N-Mark' (N-markering) op je camera.
Voor bepaalde modellen moet je mogelijk:
1. De Wi-Fi functie via het menu op je camera activeren en controleren of NFC is ingeschakeld
2. Ga op je apparaat naar Instellingen, selecteer Wi-Fi, selecteer vervolgens de netwerknaam die op je camera wordt weergegeven en tik op Verbinden.
3. Tik op NFC om de app te openen. De verbinding is hiermee voltooid.
De Camera Connect-app overschrijft automatisch de NFC-tag.
Het enige wat je hoeft te doen, is met je camera verbinding maken met de Camera Connect-app *** en er verschijnt een bericht dat de NFC-taggegevens worden overschreven, waarna je op OK drukt.
***Voor meer informatie over verbinding maken met de Camera Connect-app op je mobiele apparaat raadpleeg je 'Hoe kan ik mijn Canon EOS-spiegelreflexcamera met mijn mobiele apparaat verbinden?' of 'Hoe kan ik mijn Canon PowerShot of IXUS met mijn mobiele apparaat verbinden?
Voor bepaalde modellen moet je mogelijk:
1. Je camera verbinden met de Camera Connect-app.
2. Camera-instellingen in het hoofdmenu van de app selecteren.
3. Op Schrijven starten klikken.
4. Je camera tegen je apparaat houden.
5. Het overschrijven wordt hiermee voltooid.
1. Klik op je camera op de menuknop.
2. Selecteer Wi-Fi-instellingen.
3. Selecteer Instellingen opnieuw instellen.
Als de vraag 'Alle Wi-Fi-gegevens opnieuw instellen?' wordt gesteld, selecteer je OK.
1. Selecteer de menuknop op je camera
2. Ga naar het groene instellingentabblad
3. Selecteer Wi-Fi functie
4. Druk op de infoknop
5. Selecteer Wi-Fi-instellingen wissen
6. Bevestig dit door op OK te drukken
Canon is benieuwd naar je reacties op de app, of deze nu goed of slecht zijn. Canon hoort ook graag je suggesties voor verbetering.
Nadat de Camera Connect-app op je smartphone of tablet is geïnstalleerd, kan het zijn dat je opnieuw verbinding moet maken met de camera om er zeker van te zijn dat de camera met je smartphone of tablet is verbonden.
*Canon Camera Connect biedt de volgende functies:
[Kenmerken en compatibele modellen]
1) Wi-Fi verbinding met de camera voor beeldoverdracht*** , voor Live view-opnamen op afstand en voor het instellen van de datum/tijd.
2) Locatie-informatie toevoegen aan camera-afbeeldingen
3) Bluetooth-verbinding met geschikte camera's
[Ondersteunde functies: 1, 2, 3]
PowerShot SX730 HS **/ G9 X Mark II
EOS 200D**, EOS M6 ,EOS M5
[Ondersteunde functies: 1, 3]
EOS 6D Mark II, EOS 77D, EOS 800D (Bediening van de sluiterknop op afstand via Bluetooth is mogelijk met de BR-E1, afzonderlijk verkrijgbaar)
[Ondersteunde functies: 1, 2]
PowerShot SX430 IS / SX432 IS / SX620 HS / G7 X Mark II / SX720 HS / SX540 HS / SX420 IS / G5 X / G9 X / G3 X / SX530 HS / SX 710 HS / SX 610 HS / G7 X / SX60 HS / N2 / G1 X Mark II / SX700 HS / SX600 HS / N100
IXUS 190 / 285 HS / 180 / 182 / 275 HS / 265 HS
PowerShot G16* / S120* / S200* / SX510 HS* / SX280 HS* / N* / A3500 IS* / A3550 IS* / S110*
IXUS 255 HS* / 140* / 135* / 245 HS*
[Ondersteunde functies: 1]
EOS 5D Mark IV, EOS 1300D, EOS 80D, EOS 760D, EOS 750D, EOS 70D, EOS 6D, EOS M10, EOS M3
IXUS 510 HS* / 240 HS*
LEGRIA HF R86* / HF R87*/ HF R88*
*Ondersteunt geen Live view-opnamen op afstand.
**Locatie-informatie toegevoegd aan de afbeeldingen op de camera via Bluetooth.
***Afhankelijk van de gebruikte camera worden CR2-afbeeldingen aangepast aan het optimale formaat voor je apparaat. Bestandsoverdracht van RAW CR2 met volledige resolutie is NIET mogelijk.
Besturingssysteem:
- iOS 9.3/10.3
- Android OS 5.0-5.1/6.0/7.0-7.1
Bluetooth-systeemvereisten:
Voor Bluetooth-verbinding heeft de camera een Bluetooth-functie nodig en dient je apparaat te beschikken over Bluetooth 4.0 of nieuwer (ondersteunt Bluetooth-technologie met laag energieverbruik). Apparaten die Bluetooth 4.0 ondersteunen: iPhone 4s of nieuwer, iPad 3e generatie of nieuwer, iPod touch 5e generatie of nieuwer.
Compatibele bestandstypen:
- JPEG、MP4、MOV
Opmerking:
- Sluit de app af en probeer opnieuw als de app niet goed werkt.
- Als de GPS continu actief is op de achtergrond, kant dit de levensduur van de accu aanzienlijk verlagen.
- Schakel Live View in als je een Power Zoom-adapter gebruikt.