Links een weergave van het RGB-systeem, dat verschillende kleuren produceert door de drie primaire kleuren van het licht te mengen (rood, groen en blauw). Wanneer je alle drie in gelijke intensiteit mengt (bijvoorbeeld door ze op een scherm te projecteren zodat ze overlappen), krijg je wit. Het mengen van rood en groen levert geel op, rood en blauw maken samen magenta en als je groen en blauw mengt, krijg je cyaan. Rechts het CMY-systeem, dat bij printen voor het maken van verschillende kleuren wordt gebruikt door drie kleuren inkt over elkaar aan te brengen, namelijk cyaan, magenta en geel. Cyaan met magenta levert blauw op, cyaan met geel maakt groen en magenta met geel maakt rood. In theorie krijg je zwart als je alle drie mengt, maar in de praktijk is het resultaat donkerbruin. Daarom wordt bij het printen van foto’s meestal een zwarte (K) inkt toegevoegd, wat het CMYK-printproces met vier kleuren oplevert.
De sensor in een digitale camera bevat miljoenen minuscule photosites (lichtreceptoren), die allemaal gevoelig zijn voor licht, maar niet voor kleur. Elke photosite heeft een rood, groen of blauw lichtfilter om kleurgegevens vast te leggen. Hierdoor zijn sommige photosites nu alleen nog gevoelig voor rood licht, sommige alleen voor groen, en weer andere alleen voor blauw. Door de gegevens van alle photosites slim te verwerken kan de sensor de exacte verhouding van rood, groen en blauw licht op elk moment berekenen. Dit bepaalt de kleur van het bijbehorende beeldelement (de pixel) in de kleurenafbeelding die in de camera met de gegevens wordt gemaakt.
Computerschermen gebruiken ook gegevens over rood, groen en blauw (RGB). Sterker nog, elk beeldsysteem met uitgestraald licht, zoals een digitale projector of een televisiescherm, gebruikt het RGB-systeem. Bij RGB krijg je zwart als er geen licht wordt uitgestraald, terwijl vermenging van de drie kleuren in dezelfde intensiteit wit oplevert. Tussen deze extremen krijg je alle kleurschakeringen die je op het scherm ziet door een, twee of drie van de primaire kleuren in verschillende intensiteiten te combineren.
Het probleem is dat dit systeem niet werkt als je een afbeelding naar papier wilt overzetten. Papier straalt geen licht uit, het weerkaatst het. Als je rode, groene en blauwe inkt samen op papier print, krijg je een modderbruine kleur in plaats van wit. En als je geen inkt op het papier drukt, blijft wit papier wit in plaats van dat het zwart wordt. Dus wordt voor printen op papier het CMYK-printproces gebruikt.
CMY staat voor cyaan, magenta en yellow (geel). Als je gelijke hoeveelheden van twee van deze kleuren mengt, kun je rood, groen of blauw maken. Als je alle drie in gelijke hoeveelheden mengt, krijg je bijna zwart. Omdat inkt niet helemaal dekt, ziet het zwart er meer uit als donkerbruin, dus wordt een puur zwarte inkt toegevoegd. Zwart wordt niet aangeduid met de letter B (van ‘black’), omdat het dan zou worden verward met blauw, dus wordt in plaats daarvan K gebruikt. Het resultaat is het CMYK-systeem. Alle kleuren die een CMYK-printer produceert, worden gemaakt door cyaan-, magenta-, gele en zwarte inkt in verschillende verhoudingen te printen. (Strikt genomen worden de verschillende kleuren inkt nooit echt gemengd. Als je een geprinte afbeelding uitvergroot, kun je zien dat hij bestaat uit minuscule puntjes met afzonderlijke kleuren. Het ‘mengen’ is een optisch effect, waardoor het oog verschillende kleuren waarneemt.)
In het RGB-systeem krijg je zwart als er geen licht wordt uitgestraald, en als je de intensiteit van alle kleuren vergroot, kom je dichter bij wit. Het RGB-systeem wordt daarom additief genoemd. In het CMYK-systeem blijft wit papier wit als je er geen inkt op print, en kom je dichter bij zwart als je meer kleur toevoegt. CMYK wordt dus subtractief genoemd.
Hoewel printers met CMYK werken en je afbeeldingen in RGB zijn, hoef je niet zelf de CMYK-conversie in je beeldbewerkingssoftware te doen voordat je je afbeeldingen print, behalve in heel specifieke gevallen, zoals wanneer je voor een klant een hard-proof maakt om kleuren af te stemmen. De driversoftware van de printer converteert op de juiste manier van RGB naar CMYK, zodat je het beste resultaat krijgt.