Verstikkende hitte en vochtigheid. Schorpioenen, giftige slangen en een roofzuchtige kaaiman van drie meter lang. Honger en extreme uitputting. Filmmaker Peiman Zekavat kreeg het allemaal voor de kiezen terwijl hij meedeed aan een zware expeditie door de afgelegen jungle in Guyana naar de bron van de rivier de Essequibo. De technische uitdagingen waren net zo omvangrijk: met alleen de apparatuur die ze konden dragen en zonder mogelijkheden voor vervanging of reparatie, moest het team dat het avontuur filmde, vertrouwen op hun uitrusting om te presteren in het drukkende regenwoud. Peimans weloverwogen keuze voor de robuuste, lichte Canon EOS C300 Mark II, Canon EOS 5D Mark IV en de L-serie objectieven bleek een gouden greep.
Avonturiers Laura Bingham, Ness Knight en Pip Stewart, een groep leden van de inheemse Wai-wai-stam, en Peiman ondernamen de 'bron-naar-de-zee'-afdaling van de Essequibo, de op twee na langste rivier in Zuid-Amerika. De groep reisde met boomstamkano's stroomopwaarts totdat, na 12 dagen op de rivier en de zijrivier de Sipu, de waterstroom te ondiep en onbegaanbaar werd.
Het team liet alle onnodige uitrusting achter, zodat ze zich met zo weinig mogelijk gewicht te voet een pad door het dichte regenwoud konden banen. Toen ze eindelijk de bron hadden bereikt, keerden ze om en peddelden ze de rivier weer af naar het punt waar deze in de Atlantische Oceaan stroomt. Daar werden ze niet alleen de eerste mensen die de bron van de rivier bereikten, maar ook de eersten die de afdaling helemaal tot aan de monding maakten. Het was een reis van meer dan 1000 km die in totaal 10 weken duurde.