Haal het beste uit een lens

Een standaard 18-55mm-lens heeft een veelzijdig zoombereik voor alledaagse fotografie, waarmee je alles van landschappen tot close-ups kunt fotograferen. Zet de lens op ongeveer 30 mm om een beeld te krijgen dat vergelijkbaar is met normaal menselijk zicht; dit geeft een natuurlijke uitstraling aan je foto's, waardoor kijkers zich concentreren op het onderwerp van je foto in plaats dat ze worden afgeleid door de effecten van een groothoeklens of zeer lange lens.

Probeer iets interessants als voorgronddetail te gebruiken als je de lens op de breedste instelling gebruikt, anders kunnen foto's een beetje leeg lijken. Zet ook een paar stappen vooruit zodat je onderwerp op de voorgrond het beeld voldoende vult. Voor portretten neem je iets meer afstand en zoom je in voor een mooier resultaat. Gebruik het grootste beschikbare diafragma van je lens om het onderwerp van de achtergrond te scheiden.

Je camera richt zich automatisch op het dichtstbijzijnde onderwerp binnen het kader. Als je de compositie wilt wijzigen, kunt je de sluiterknop half indrukken totdat het onderwerp scherpgesteld wordt. Houd je vinger op de knop om de focus te vergrendelen en maak vervolgens een nieuwe compositie.

De camera kan moeilijk focussen op onderwerpen met een glad oppervlak. Probeer dus te focussen op een ander onderwerp op een vergelijkbare afstand, vergrendel de focus en maak vervolgens een nieuwe compositie. Als je te dicht bij het onderwerp staat, kan de camera niet focussen. Zet een stap naar achteren en probeer het opnieuw.

Voor scherpe foto's houd je de camera met je rechterhand vast en ondersteun je met je linkerhand de onderkant van lens. Activeer de Image Stabilizer indien beschikbaar, houd je ellebogen tegen je zij en schuif je vinger op de sluiterknop in plaats van erop te duwen. Zorg er ook voor dat de voorkant van je lens stof- en vlekvrij is: een lensborstel, handventilator en optische microvezeldoek in je cameratas helpen je lens brandschoon te houden.