Het is een bijzonder persoonlijk project geworden waarin Catalina een hechte band heeft opgebouwd met de vele personen die haar onderwerp vormen. Ze houdt contact met hen via sms'jes en hoort alles over hun groeiende gezinnen. Tijdens de langdurige burgeroorlog en het bijbehorende verbod voor vrouwelijke FARC-strijders om kinderen te krijgen, hebben veel vrouwen een abortus ondergaan of moesten zij hun baby's bij de geboorte afstaan. Eén vrouw, Yorladis, beschreef voor Catalina het leed dat ze had doorstaan op weg naar het moederschap.
"Ze was acht maanden zwanger en ze vertelde me, 'Ik verdien het echt om dit kind te krijgen', omdat dit haar eerste baby zou worden maar haar zesde zwangerschap was", aldus Catalina. Haar vijf zwangerschappen tijdens de guerrillaoorlog in de jungle waren allemaal geëindigd in abortus. Ze had gepoogd om haar laatste zwangerschap te verbergen voor hogere commandanten. Andere commandanten uit haar divisie hielpen haar aan extra grote uniformen die ze droeg als de bevelhebbers in de buurt waren. Op een dag kwam een hogere commandant echter onverwacht langs en zag dat zij in verwachting was. Ze werd naar de verpleegkundige gestuurd voor een late abortus bij zes maanden.
"Ze vertellen zulke verhalen zonder dramatisch te zijn of zich slachtoffer te voelen – dat maakt het zo ongelooflijk", zegt Catalina. "Ik vroeg of ze boos waren op de gevestigde orde of de commandanten, maar ze zeggen dat ze er nog steeds trots op zijn tot de FARC te behoren en dat ze wisten dat een zwangerschap tegen de regels was, omdat dit heel duidelijk was vanaf het begin: 'Als je hier komt, zit je in een leger en een leger heeft geen kinderen.'"