Hoe komt het dat je in Mosul was tijdens de strijd om de stad te bevrijden?
"Ik heb mijn basis in Istanboel, Turkije, en werk al acht jaar in de regio. Toen Mosul werd ingenomen door IS en IS in het nieuws kwam, was dat ongetwijfeld een van de grootste verhalen uit de regio. Ik vestigde mezelf in Mosul vóór het begin van de strijd om de stad te heroveren, die officieel in oktober 2016 begon. Ik ging in eerste instantie gewoon mijn eigen gang, maar toen nam The New York Times contact met me op en begon onze samenwerking. Dat was in januari 2017."
Hoe kreeg je toegang tot de frontlinie?
"Ik was embedded bij de ISOF, de Iraakse elitestrijdkrachten die in meerdere opzichten het speerpunt van de grondtroepen in Mosul waren. Je kon dagelijks naar binnen en weer weg, maar als documentairefotograaf wist ik dat ik bij de jongens ter plekke wilde blijven. Ik was een van weinigen die embedded was en bij de troepen in Mosul bleef. Het kostte heel veel moeite om toestemming daarvoor te krijgen en het was ontzettend gevaarlijk, dus de meeste nieuwsorganisaties wilden eigenlijk niet dat hun mensen dit deden. Maar het lukte me om de regels een beetje om te buigen en een manier te vinden om het toch te doen."
Hoe was het om in die omstandigheden te werken?
"Het was een enorme uitdaging en ik leerde al doende, want ik had nog nooit zoveel geweld en zulke intense gevechten meegemaakt. Ik was bij de troepen toen ze gebieden binnengingen die nog steeds onder controle van IS stonden, en misschien maar een paar fasen achter de daadwerkelijke oprukkende eenheden. Tijdens luchtaanvallen vielen projectielen op minder dan 100-150 meter van waar ik was. Het was allemaal heel moeilijk te bevatten en in een foto vast te leggen."