Papier op het Papiertafelblad plaatsen

ID veelgestelde vraag: 8200976000

Release datum: 25 januari 2011

Oplossing

Papier op het Papiertafelblad plaatsen

Als u afdrukken maakt op transparanten, etiketten, papier van afwijkende formaten of op enveloppen, moet u deze in het papiertafelblad plaatsen.


NOTE
  • Houd bij het gebruik van het papiertafelblad rekening met de volgende punten:

- Hoeveelheid papier: één vel tot ongeveer 100 vel (80 g/㎡).
- Papierformaat: 76,2 x 127 mm tot 216 x 356 mm
- Papiergewicht: 60 tot 176 g/㎡
- Papier dat is opgerold of dat krult moet u vlak maken voordat u het gebruikt zodat het papier goed vanaf het papiertafelblad wordt ingevoerd (toegestane mate van omkrullen: minder dan 10 mm voor normaal papier, minder dan 5 mm voor zwaar papier).
- Mogelijk kan bepaald papier, afhankelijk van de omstandigheden waaronder het papier is opgeslagen, niet via het papiertafelblad worden ingevoerd. In dit geval moet u niet meer dan 50 vel papier (80 g/㎡) plaatsen.
  • Laad niet tegelijkertijd papier van verschillende formaten en/of typen.
  • Als u meerdere vellen zwaar papier op het papiertafelblad plaatst, kan het papier, afhankelijk van het type zwaar papier, vastlopen. Als dit gebeurt, moet u de vellen zwaar papier een voor een plaatsen.
  • Wanneer u op speciale typen papier afdrukt, zoals zwaar papier of transparanten, is het, vooral als u zwaar papier gebruikt, belangrijk dat u het juiste papiertype instelt. Als het type papier niet goed wordt ingesteld, kan dit van invloed zijn op de kwaliteit van het beeld. Bovendien kan de fixeereenheid vuil worden, waardoor deze zal moeten worden nagezien, of het papier kan vastlopen.
  • Als u afdrukt op enveloppen, mogen er niet meer dan 10 enveloppen in het opvangblad terechtkomen. Maak het opvangblad altijd leeg zodra er 10 enveloppen zijn afgedrukt.
  • Als u <Gebruikersformaat> selecteert voor kopiëren, kunt u de standen 1-Zijdig naar 2-Zijdig, 2-Zijdig naar 2-Zijdig, N OP 1 of ID-kaart kopie niet gebruiken.
  • Als u <COM10>, <Monarch>, <DL>, <ISO-C5> of <ISO-B5> selecteert voor kopiëren, kunt u de standen 1-Zijdig naar 2-Zijdig, 2-Zijdig naar 2-Zijdig, N OP 1 of ID-kaart kopie niet gebruiken.
  • Als u afdrukt vanaf een USB-geheugen (Direct Print) kunt u de optie <Gebruikersformaat> niet gebruiken. (Alleen voor de MF9280Cdn)
  • Enveloppen kunnen na het afdrukken vouwen vertonen.
  • Gebruik als u afdrukken van hoge kwaliteit wilt maken, het papier dat door Canon wordt aanbevolen.

1. Open het papiertafelblad.


NOTE
  • Als de papierlade niet is ingesteld, kunt u niet kopiëren of kopiëren vanaf het papiertafelblad.
  • Als het papierformaat dat u op het papiertafelblad wilt plaatsen, verschilt van het papierformaat dat in de standaardinstellingen voor het papiertafelblad is opgeslagen, stelt u standaardinstellingen voor het papiertafelblad in op 'Uit' in Standaardinstellingen (vanuit het scherm Extra functies). (Zie "Het papiertype en het papierformaat instellen.")

2. Stel de papiergeleiders in op het formaat van het papier.

Als u groot papier gebruikt, trekt u de extra lade en de bladverlenging uit.

3. Plaats het papier op het papiertafelblad.

  • Plaats de stapel papier zo ver mogelijk in het apparaat.

4. Geef het formaat en het type van het papier op zoals op het display wordt weergegeven.


NOTE
Als <Papiertafel papier (Std.)> in <Papierinstellingen> is ingesteld op <Aan>, kunt u alleen het opgegeven formaat en type papier plaatsen.

Voordat u papier plaatst

1. Wanneer u het papiertafelblad gebruikt om kopieën te maken, moet u omgekruld papier eerst vlak maken, zoals in de volgende afbeelding wordt getoond. Gekruld papier kan een papierstoring veroorzaken.

2. Als u het papier niet goed vlak kunt maken, krult u de voorste randen van het papier naar boven, zoals in de volgende afbeelding wordt getoond.

Afdrukken op de achterzijde van voorbedrukt papier

1. Plaats het voorbedrukte papier met de bedrukte zijde naar boven op het papiertafelblad, zoals in de volgende illustratie wordt getoond.

Het scherm voor het selecteren van het papierformaat wordt weergegeven.


NOTE
  • Wanneer u papier op het papiertafelblad plaatst, moet u het papier goed tussen de papiergeleiders plaatsen. Als het papier niet goed wordt geplaatst, kan er een papierstoring optreden.
  • Als u op zwaar papier of enveloppen afdrukt vanaf het papiertafelblad en u merkt dat het papier of de enveloppen niet goed vanaf het papiertafelblad worden ingevoerd, verwijdert u het papier of de enveloppen, krult u de randen die als eerste worden ingevoerd, ongeveer 3 mm naar boven om en plaatst u het papier of de enveloppen opnieuw. Door het omkrullen van de randen die als eerste worden ingevoerd, wordt het papier beter door de rollen vastgepakt op het moment dat het papier vanaf de stapel op het papiertafelblad in het apparaat wordt ingevoerd.


NOTE
  • Als er op de verpakking van het papier instructies staan vermeld over de zijde van het papier die als eerste moet worden ingevoerd, volgt u die instructies.
  • Wanneer het papier op het papiertafelblad is geplaatst, wordt er afgedrukt op de zijde die naar beneden is gericht.
  • Als er problemen optreden, zoals een slechte afdrukkwaliteit of papierstoringen, draait u de stapel papier om en plaatst u deze opnieuw.

Enveloppen plaatsen

1. Neem vijf enveloppen, maak ze los, zoals wordt getoond en maak een nette stapel. Herhaal deze stap vijf keer voor steeds vijf enveloppen.

2. Plaats de enveloppen op een schone, vlakke ondergrond en verwijder eventuele krullen door de enveloppen in de richting van de pijlen met de hand vlak te strijken. Herhaal deze stap vijf keer voor steeds vijf enveloppen.


NOTE
Strijk de enveloppen vooral glad in de richting waarin ze worden ingevoerd.

3. Houd de vier hoeken van de enveloppen stevig naar beneden gedrukt, zodat de vier hoeken en de gesealde of gelijmde flappen van de enveloppen plat blijven.


NOTE
  • Druk niet af op de achterzijde van de enveloppen (de zijde met de flap).
  • Als er lucht in de enveloppen zit, moet u ze met de hand plat maken voordat u ze op het papiertafelblad plaatst.

Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar beneden (flap naar boven) op het papiertafelblad, zoals hieronder getoond.

Enveloppen met de opening aan de bovenkant plaatst u met de sluiting (flapzijde) aan de linkerkant gezien vanaf de voorzijde van het apparaat.

Enveloppen met de opening aan de zijkant plaatst u met de sluiting (flapzijde) aan de achterkant van het papiertafelblad gezien vanaf de voorzijde van het apparaat.

Het scherm voor het selecteren van het papierformaat wordt weergegeven.


NOTE
  • Het papiertafelblad kan 10 enveloppen tegelijk bevatten.
  • Enveloppen kunnen na het afdrukken vouwen vertonen.

Geschikte modellen

  • i-SENSYS MF9220Cdn
  • i-SENSYS MF9280Cdn

Hebt u in dit artikel het antwoord op uw vraag gevonden?