De histogrammen van je camera weergeven en gebruiken

Leer hoe je de luminantie- en RBG-histogrammen van je camera leest en hoe je ze kunt gebruiken om je belichtingsinstellingen te bepalen.

Het histogram is zowel op je camera als op je fotobewerkingssoftware het meest nuttige hulpmiddel voor het vaststellen van de belichtingsinstellingen. Een histogram is een grafiek van de tintwaarden van een foto, die lopen van zwart aan de linkerkant tot wit aan de rechterkant. De hoogte van de grafiek op elk punt staat voor het relatieve aantal pixels in de foto met die specifieke tint of helderheid. Hoe hoger de grafiek, hoe meer pixels er zijn met die specifieke tint.

Op je camera kun je kiezen voor het luminantiehistogram, dat het algemene helderheidsbereik van zwart tot wit weergeeft, of het RGB-kanaalhistogram, dat het tintbereik voor elk van de drie kleurkanalen weergeeft.

In het kleurkanaalhistogram geldt: hoe hoger de grafiek naar de rechterkant van het histogram wordt, des te verzadigder zal die kleur in de foto zijn. Omgekeerd geldt: als de grafiek aan de linkerkant stijgt, dan is die kleur juist minder sterk aanwezig in de foto. Voor het beoordelen van de belichting van je foto is de algemene belichting nuttiger, tenzij je foto's maakt van een onderwerp met rijke kleuren waarbij al snel een of meerdere kleurkanalen vertekenen. Dit kan zelfs gebeuren als de algemene belichting prima is. Meer hierover binnenkort.

Een overbelichte foto van een Afrikaanse buffel met een histogram dat stijgt naar een piek aan de rechterkant.

Het histogram van deze foto bevestigt dat de foto overbelicht is: de grafiek stijgt tot een piek aan de rechterkant, die abrupt wordt afgekapt. Dit geeft aan dat de helderste pixels wit zijn geworden en dat tintdetails verloren zijn gegaan.

Een goed belichte foto van een Afrikaanse buffel, met een histogram dat lijkt op een ideale belcurve.

Een goed belichte foto van dezelfde scène, nadat negatieve belichtingscompensatie is toegepast. Het histogram van de foto ligt dicht bij het theoretische ideaal. De grafiek vlakt zowel links (schaduwen) als rechts (hooglichten) af, wat aangeeft dat er aan beide kanten geen vertekeningen plaatsvinden.

De histogramweergave openen

Druk, terwijl je een foto bekijkt op je EOS-camera, meerdere keren op de INFO-knop om door de verschillende weergaveopties te bladeren totdat je een histogram ziet. Het eerst histogram dat je ziet is het luminantiehistogram. Druk daarna nog een keer op de INFO-knop om de RGB-kleurenhistogrammen te bekijken.

Het luminantiehistogram lezen en gebruiken

Op het luminantiehistogram (voor de helderheid) staat de horizontale as voor het tintbereik van zwart (links) tot wit (rechts). Hoe hoger de grafiek op een bepaald punt, hoe hoger het aantal pixels met die specifieke tint, of anders gezegd: hoe groter het gebied met die tint in de foto.

De grafiek geeft het relatieve aantal pixels weer en niet de absolute waarde. Hoe meer de grafiek naar rechts neigt, hoe helderder de foto of het onderwerp. Omgekeerd geldt dat als de piek van de grafiek juist links ligt, je ofwel een onopvallend onderwerp aan het fotograferen bent, of de foto onderbelicht is. Als de grafiek afvlakt voordat het rechter uiteinde wordt bereikt, zijn er geen gebieden in de foto die puur wit zijn. Als de grafiek de linkerkant niet bereikt, zijn er geen effen zwarte pixels in de foto.

Een theoretisch ideaal diagram heeft de vorm van een bel (een normale curve), waarbij de grafiek net de uiteinden van de helderheidsschaal bereikt en waarbij de hoogste piek ergens in het midden ligt. In het echte leven zul je vaak andere grafieken zien. Bij een landschapsfoto zie je bijvoorbeeld vaak een piek aan de rechterkant vanwege de heldere pixels van de lucht en een piek aan de linkerkant vanwege de pixels in de donkerste schaduwen. In het midden zie je waarschijnlijk meerdere pieken die staan voor de middentinten van bijvoorbeeld het gras en de begroeiing in de scène.

Een landschapsfoto met hoog contrast, waarvan het histogram aan beide zijden stijgt naar een piek die afkapt: hooglichten (rechts) en schaduwen (links).

Het histogram van deze foto met zeer veel contrast geeft weer dat er vertekeningen zijn in zowel de hooglichten als de schaduwen. Er gaan details verloren in zowel de helderste wolken als de donkerste details van het landschap. We kunnen dit niet oplossen met belichtingscompensatie, omdat dat invloed heeft op de algemene helderheid van de foto. Hiermee verplaatsen we dus het histogram naar links of naar rechts, maar brengen we beide zijden van de curve niet verder naar het midden.

Een goed belichte landschapsfoto met veel meer zichtbare details in zowel de wolken als de begroeiing.

Met een ND-filter met verloop verminderen we het contrast tussen de lichte en donkere gebieden, waardoor we een correct belichte opname van dezelfde scène krijgen. Het histogram toont aan dat er geen vertekening meer plaatsvindt in de hooglichten en er zijn veel meer details zichtbaar in de wolken. Er zijn nog steeds kleine vertekeningen in de schaduwen, maar de foto is veel aangenamer. Deze keuze zul je vaak moeten maken als je foto's maakt van scènes met hoog contrast.

Het is niet van cruciaal belang om de ideale belcurve te behalen. Zoek wel naar hoge pieken die aan de uiteinden van de grafiek zijn afgekapt. Dit geeft aan dat de schaduwen (links) of de hooglichten (rechts) vertekend zijn. We spreken van vertekening (clipping) wanneer details en gradaties van tinten verloren gaan en niet kunnen worden hersteld. Bij een landschapsfoto verlies je bijvoorbeeld al snel details in de helderste wolken. Ze zijn dan vertekend naar effen wit zonder enig verloop. Dit kunt je in het histogram terugzien als een afgekapte piek aan het rechteruiteinde van de grafiek. Je lost dit op door de belichting iets lager in te stellen en een nieuwe foto te maken. Zo verplaats je de piek van het histogram iets naar links en wordt de piek minder afgekapt (of liefst helemaal niet meer afgekapt) aan het rechteruiteinde.

Over het algemeen kun je bij digitale foto's meer details herstellen in schaduwgebieden dan in overbelichte gedeeltes. De vuistregel voor het fotograferen met een digitale camera is om je belichting in te stellen op de hooglichten en vervolgens de schaduwen te herstellen. Voor histogrammen wordt dit vaak 'belicht op rechts' genoemd. Het doel is om de foto zo veel mogelijk te belichten zonder (overdreven) vertekening in de hooglichten.

Als je de belichting te veel verlaagt, worden alle pieken in het histogram veel verder naar links in de grafiek verplaatst, wat betekent dat de foto veel donkerder is geworden dan je eerste opname. Hoewel je schaduwen helderder kunt maken bij het nabewerken, kun je geen kleuren en details herstellen in gebieden die helemaal zwart zijn geworden. Daarom is het bij scènes met veel contrast belangrijk om te bepalen op welke details je de nadruk wilt leggen: de schaduwen of de hooglichten.

Een onderbelichte foto van een grijs-getinte bloem, met een histogramconcentratie aan de linkerkant van de schaal.

Het histogram bevestigt dat deze foto onderbelicht is. Het zwaartepunt van de grafiek ligt vooral aan de schaduwkant (links) en komt niet in de buurt van de rechterkant (hooglichten). Dit geeft aan dat er geen lichte gebieden zijn. Als het histogram niet beide zijdes van de grafiek bereikt, heeft de foto weinig contrast. Zelfs als de meeste tinten zich aan de kant van de hooglichten bevinden, is de foto flets.

Een opname van een rode bloem op het LCD-display van een camera, met een RGB-kanaalhistogram en het luminantiehistogram.

Dit is een voorbeeld van hoe nuttig histogrammen voor kleurkanalen kunnen zijn. Het luminantiehistogram onderaan het display suggereert dat de algemene belichting van de foto prima is, maar het histogram voor het rode kanaal geeft aan dat de diepste rode kleuren vervormd zijn.

RGB-histogrammen gebruiken

De RGB-histogrammen geven de helderheid weer van de drie aparte kleurkanalen. Ze zijn vooral nuttig als je een foto maakt van een onderwerp dat uit één overheersende kleur bestaat.

Aangezien het luminantiehistogram de algemene helderheid voor alle drie de kanalen tegelijk laat zien, wordt het misschien niet duidelijk dat er vertekening plaatsvindt bij je onderwerp met één overheersende kleur. Er kunnen dus subtiele kleurvariaties verloren gaan. Als je naast het luminantiehistogram ook de RGB-histogrammen bekijkt, kun je de belichtingsinstellingen van de camera aanpassen zodat je beste resultaten krijgt.

Dit betekent niet dat er altijd een perfecte oplossing mogelijk is. Bij onze voorbeeldfoto van een rode bloem op een gele achtergrond kan onderbelichting ervoor zorgen dat het rode kanaal minder sterk vertekent, maar dat heeft ook invloed op het groene kanaal. In dit soort gevallen kun je misschien het beste meerdere foto's nemen, met bracketing van de belichting. Zo maak je bij het nabewerken een samengestelde foto waarbij je de foto's met de beste belichting van verschillende gebieden combineert. Dit kunt je goed beoordelen met de RGB-histogrammen. De samenvoegingstool in Canon's Digital Photo Professional (DPP)-software kan hier nuttig zijn, net als soortgelijke tools in andere software voor fotobewerking.

Knipperende hooglichten

Als de overbelichtingswaarschuwing is ingeschakeld in het weergavemenu van je EOS camera, zie je misschien dat bepaalde gebieden van de foto knipperen. Dit geeft aan waar de overbelichte pixels zich bevinden in de foto. Het gaat hierbij dus om gebieden die zijn vertekend naar wit, waarbij details verloren zijn gegaan. We kunnen dit bevestigen met een snelle blik op het histogram. Als je wilt, kun je de belichting hierop aanpassen. Deze weergave is heel nuttig als je kiest voor 'belicht op rechts', omdat je hiermee kunt vaststellen of er vertekening plaatsvindt in belangrijke gebieden van de foto, of dat er alleen vertekeningen zijn in relatief kleine en onbelangrijke gedeeltes. In dat geval is het misschien een aanvaardbaar compromis als hiermee de foto in zijn geheel zo helder mogelijk blijft.

Angela Nicholson

Gerelateerde artikelen

Invulflitsen gebruiken

Of je nu de ingebouwde flitser van een camera of een Speedlite gebruikt, met een flitser kun je details in de schaduwgebieden naar voren halen en je portretten transformeren.

Flitsbelichtingsvergrendeling en -compensatie

Leer alles over flitsbelichtingsvergrendeling (FEL) en flitsbelichtingscompensatie (FEC). Lees het Infobank-artikel van Canon en ontwikkel je vaardigheden op het gebied van flitsfotografie.

RAW-opnamen bewerken met DPP

Ontdek hoe je RAW-opnamen kunt bewerken, verbeteren en verfijnen met de DPP-software van Canon.

Belichtingscompensatie

Dankzij de belichtingscompensatie kun je met je camera ook ongewoon heldere of donkere scènes verwerken. Ontdek hoe je deze functie gebruikt voor een betere belichting.

Gerelateerde producten

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Klik hier voor inspirerende verhalen en het laatste nieuws van Canon Europe Pro