In dit gedeelte wordt uitgelegd wat u moet doen als het scherptecontrolelampje niet gaat branden.
In de onderstaande gevallen kan het zijn dat het scherptecontrolelampje niet brandt.

De focusinstellingsknop op het objectief is ingesteld op <MF>.

Als de focusinstellingsknop is ingesteld op <MF>, kunt u de AF-modus selecteren, maar werkt automatische scherpstelling niet.
Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op <AF>.

Het onderwerp bevindt zich dichterbij dan de minimale scherpstelafstand van het objectief

Wanneer u zich te dicht bij het onderwerp bevindt (dichterbij dan de minimale scherpstelafstand van het objectief), kan de de camera niet scherpstellen. Neem meer afstand van het onderwerp voor u een foto maakt. Bekijk de objectiefspecificaties op de website van Canon of de instructiehandleiding van het product voor meer informatie over de minimale scherpstelafstand van afzonderlijke objectieven.

Er wordt een extender (afzonderlijk verkrijgbaar) gebruikt

Als een afzonderlijk verkrijgbare extender wordt gebruikt samen met een objectief met een maximale diafragmawaarde van f/5.6 of hoger, werkt de automatische scherpstelling niet.
*Vereisten voor ondersteuning kunnen verschillen afhankelijk van de AF-puntspecificaties van de camera.
Controleer de maximale waarde van de diafragmaopening van uw objectief. Raadpleeg ook de instructiehandleiding van uw extender.

De voorkeuze-instellingen zijn ingeschakeld

Als [Shutter/AE lock button/Sluiter/AE-vergrendelknop] aan iets anders is toegewezen dan aan de standaardfunctie [AF/AE lock/AF/AE-vergrendeling] bij de voorkeuze-instelling (C-Fn) van de camera, werkt de automatische scherpstelling niet. Als gevolg hiervan brandt het scherptecontrolelampje niet bij bepaalde instellingen, zelfs niet als de ontspanknop half wordt ingedrukt.
U kunt de voorkeuze-instelling aan de hand van de volgende lijst wijzigen.

1. Druk op de knop <MENU> om het menuscherm weer te geven. Selecteer [C.Fn IV: Operation/Others/C.Fn IV: Bediening/overig] op het tabblad [ ].

2. Selecteer [Custom Controls (C.FnIV:Operation/Others No.1)/Aangepaste bediening (C.FnIV: Bediening/overig nr. 1)].

3. Het scherm [Shutter butt. half-press/Ontspanknop half ingedrukt] wordt weergegeven. Selecteer [ ].

4. Het scherm [Select the function to assign/Selecteer de functie die u wilt toewijzen] wordt weergegeven. Selecteer [ Metering and AF start/Meetmethode en AF-start].

5. Wanneer u op < > drukt om de instelling af te sluiten, verschijnt het scherm uit stap 2 weer. Druk op de knop <MENU> om het menu te verlaten.

Raadpleeg voor meer informatie de instructiehandleiding van de camera.

De AF-modus (automatische scherpstelling) is ingesteld op 1-beeld AF

Afhankelijk van de opnameomstandigheden, stelt de camera mogelijk niet scherp en knippert het scherptecontrolelampje <> mogelijk, ook als het onderwerp niet beweegt. In dit geval wordt geen opname vastgelegd als de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. Stel de opname opnieuw scherp of volg de onderstaande methoden om de camera scherp te stellen.

• Stel scherp op een voorwerp dat op dezelfde afstand staat als het onderwerp en vergrendel de scherpstelling vóórdat u de foto opnieuw samenstelt.
• Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op <MF> en stel scherp door de scherpstelring van het objectief te draaien tot het onderwerp scherp is in de zoeker. Als u tijdens het handmatig scherpstellen de ontspanknop half indrukt, dan zal het AF-punt waarop is scherpgesteld kort rood knipperen en brandt het scherptecontrolelampje <> in de zoeker.

De AF-modus is ingesteld op AI Servo AF

In de Creatieve modi hoort u geen pieptoon, zelfs niet nadat er is scherpgesteld.
Ook gaat het scherptecontrolelampje <> in de zoeker niet branden.

De AF-modus is ingesteld op AI FOCUS AF

Wanneer in de AF-modus AI Focus de scherpstelling wordt voltooid, wordt een korte pieptoon weergegeven. Het scherptecontrolelampje <> in de zoeker gaat echter niet branden.

• EOS 7D